Kissing spines

Wat betekent ‘kissing spines’

We spreken van “kissing spines” als de dorsaaluitsteeksels van de ruggenwervels elkaar raken waarbij in meer of mindere mate botreactie te zien is.

Bij het paard zit op elk wervellichaam (rugwervel) een doornvormig uitsteeksel (paars gekleurd), ook wel spinaaluitsteeksel genoemd.
Deze uitsteeksels bestaan uit bot. Normaliter staan deze uitsteeksels enkele millimeters uit elkaar maar in het geval van kissing spines komen deze tegen elkaar aan (kussen) waardoor beschadigingen aan het bot ontstaan.
Dit is zeer pijnlijk voor het paard. Door de reactie van het bot wordt er opnieuw bot aangemaakt of treedt er soms ook botverval op.

Kissing spines komt het meest voor tussen de 10e en 18e borstwervel, daar waar de ruiter zit.

Hoe ontstaan kissing spines

De rug en het skelet van het paard zijn niet gemaakt voor het dragen van ruitergewicht. Als we ons hier niet van bewust zijn en we laten het paard dus onbewust in een verkeerde houding lopen terwijl we op zijn rug zitten, zal hij uiteindelijk onherroepelijk rugklachten krijgen. Zelfs als je hem alleen met een los teugeltje laat lopen.

Het paard moet constant zijn rugspieren aanspannen om onder het ruitergewicht te blijven zonder om te vallen, waardoor die hard en strak worden. Dit heeft te maken met zijn natuurlijke scheefheid. Hierdoor trekken deze spieren als het ware de uitsteeksels naar elkaar toe. Kissing spines ligt dan om de hoek. Het is daarom van belang dat we het paard goed trainen en we de buik- en rugspieren gaan aanspreken zodat het paard in staat is om ons gewicht te dragen zonder daarbij ernstige schade op te lopen. Het vergelijk  met een brug werkt het beste. Deze is op zijn sterkst als hij bol staat. Hoe korter de rugspieren hoe holler zijn rug en hoe meer de uitsteeksels er naar elkaar toe komen

 

“Het op lengte brengen van de bovenlijn is van cruciaal belang”

Welke spieren hebben we nodig.

Een paard dat tijdens het rijden zijn rug aanspant traint zijn rugspieren op de verkeerde manier. Aanspannen is korter maken, iets wat we juist niet willen. Hoe korter de rugspier hoe meer de doornuitsteekstels naar elkaar toekomen. Oorzaken van deze aanspanning zijn bijvoorbeeld pijn van zadel of bit, angst of wantrouwen, nervositeit of last hebben van de ruiter. Of het heeft ergens anders in het lichaam pijn waardoor hij zijn rug aanspant, bijvoorbeeld bij het ‘in de krul rijden’. Er komen dan grote drukkende krachten vrij op de halswervels die pijn veroorzaken waarop hij zal reageren door zijn rug weg te drukken. Overigens kan het in de krul trekken van de hals weer overbelasting en slijtage aan de halswervels veroorzaken waardoor het paard steeds verder in de problemen zal komen.

Eigenlijk is het een samenwerking van vele spieren die maken dat het paard sterk genoeg is om ons gewicht te dragen. Door de buikspieren van het paard aan te spreken, aan te spannen, zal hij zijn rug gaan bollen en ontspannen waarbij hij zijn lange rugspier op lengte brengt.  Door hem dan in een voorwaarts neerwaartse houding te vragen met een goed naar voren zwaaiend achterbeen (onder zijn zwaartepunt) komen we in een anatomisch correcte houding om hem voor te bereiden op het ruitergewicht. Erg belangrijk is dat we niet alleen de buik- en lange rugspier, Longissimus dorsi, trainen maar onder andere ook de dieper gelegen Psoas-spieren. De Longissimus dorsi is een bewegingsspier en de Psoas is een houdingsspier. De Psoas-spieren zorgen voor het ondertreden van het achterbeen, het buigen van het heupgewricht, het bollen van de rug, het zakken van het bekken en het ondersteunen van de wervelkolom.

Trainen

Hoe niet

Door het paard nu zijn hoofd naar beneden te dwingen in de veronderstelling dat hij dan zijn rugspier lang maakt heeft geen enkele zin. Fysiologisch is het namelijk zo dat als je zijn hals laat afbuigen je de nekspier stretcht tot aan de schoft. De lange rugspier is namelijk niet één spier maar een keten van spieren die horizontaal, verticaal en dorsaal functioneren en zal dus niet mee stretchen. Hij zal zich juist alleen maar meer aanspannen om overeind te blijven omdat het paard van nature in verticale onbalans is.

Het is onmogelijk om zijn rug op deze manier te ontspannen. Hij zal letterlijk omvallen als hij zijn rugspier niet aanspant.


Hoe dan wel?

Door hem recht te richten, uit zijn natuurlijke scheefheid te halen. Door middel van gymastiserende oefeningen kunnen we ernaar toe werken dat het paard zijn spieren en skelet goed leert te gebruiken. Het fijnst is als we hem dit onbelast aanleren om vervolgens onder het zadel verder te werken. Stap 1 hierin is dat hij een goede schoftlift leert maken en aan te houden tijdens het werk. Deze ontstaat door het correct gebruik van de rompspieren. Hierdoor bolt de wervelkolom in het geheel op. Daarna gaan we hem zijn rug leren stretchen door hem in de lengtebuiging te vragen, voorwaarts neerwaarts te leren bewegen met een ondertredend achterbeen. De krachttraining door  middel van opbouwende oefeningen zal hem tevens sterker maken zodat hij tot een optimaal anatomisch correct gebruik van zijn lichaam komt.

 

Het is (meestal) mogelijk om weer te kunnen rijden

Ook als je paard de diagnose kissing spines heeft kun je hem door middel van goed doordachte training (in de meeste gevallen) weer zo sterk maken dat hij weer bereden kan worden. Altijd wordt er in eerste instantie onbelast getraind. Het verkrijgen van schoftlift en rompstabiliteit is hierbij van cruciaal belang.